Nationaal PRRS-plan

Een van de ambities van de Coalitie betreft ‘Robuuste, gezonde varkens in een diervriendelijke houderij’ (Spoor 4). Eerst op te pakken speerpunt binnen spoor 4 is het terugdringen van de mate waarin het PRRS-virus voorkomt in de Nederlandse varkenshouderij.

De Coalitie Vitale Varkenshouderij zegt hierover het volgende: Het PRRS-virus is een belangrijke ziekteverwekker in de Nederlandse varkenshouderij en is veroorzaker van diverse secundaire infecties. Het terugdringen van PRRS draagt ook bij aan een lagere ziektedruk van andere ziektekiemen en zal een positief effect hebben op de reductie van antibioticagebruik. Het uiteindelijke doel van de PRRS-aanpak is een verlaging van het voorkomen van PRRS-infecties op Nederlandse bedrijven. Er wordt ingezet op monitoring om op systematische wijze in beeld te brengen wat de status is van een bedrijf. Het op een systematische en uniforme manier inzichtelijk maken van de status is namelijk een belangrijke eerste stap voor verdere bedrijfsspecifieke aanpak van PRRS. Ambitie is dat in 2025 andere bedrijfsgebonden dierziektes aan de monitoring toegevoegd worden, zoals APP en mycoplasma. De monitoring van PRRS is in lijn met de nieuwe Europese verordening (Animal Health Law) die landen aanspoort tot actieve aanpak van PRRS.

Introductie PRRS

PRRS-virus veroorzaakte bij de introductie, eind jaren 80 in Europa en Amerika, enorme schade in de varkenshouderij, waarbij geen enkel bedrijf gespaard bleef. Zonder ingrijpen persisteert het virus op bedrijven en levert het blijvend schade op.  Op basis van de inschatting van kosten op een individueel bedrijf bij verschillende mate en ernst van infectie (Natheus et al, 2017) kunnen de kosten van de aanwezigheid van PRRSV in de Nederlandse varkenshouderij worden geraamd op een bedrag tussen 50 miljoen en 150 miljoen euro per jaar (bijlage 1).  Dertig jaar na introductie komt het virus nog op vrijwel alle bedrijven voor, waarbij het virus gemakkelijk muteert en recombineert, ook vaccinstammen. Vaccinatie alleen geeft mede om deze reden geen bevredigende oplossing voor PRRS. Het vrij maken van bedrijven, of het realiseren van PRRSV-vrije uitstroom blijkt in de praktijk een stevige opgave, maar is wel mogelijk. In 2013 en 2014 is in Noord Nederland ervaring opgedaan met het monitoren en begeleiden van bedrijven bij de aanpak van PRRS in de ‘Pilot Gezonde bedrijven’. Dit project was voorzien als een pilot om een PRRS-aanpak verder uit te rollen, maar is gestrand nadat met het opheffen van het Productschap voor Vee en Vlees ook de mogelijkheid voor financiering door de sector verviel. Helaas, want er werd wel vooruitgang geboekt op de bedrijven. In recente jaren heeft Topigs Norsvin een aanpak ontwikkeld om hun fokbedrijven te ondersteunen in het streven naar PRRSV-vrije uitstroom van gelten. In dit kader zijn op basis van de Holtkampsystematiek tools ontwikkeld om varkenshouders inzicht te geven in hun situatie en de ontwikkeling daarin. Ook deze benadering werpt vruchten af en levert belangrijke bouwstenen voor een landelijke aanpak. Tegelijk leert ook deze aanpak ons dat de bestrijding van PRRS intensieve begeleiding vraagt en een kwestie is van vallen en opstaan en dat er nog veel te winnen is waar het gaat om de mindset van varkenshouders t.a.v. de kans van slagen om PRRS-vrij te worden.

Om de ambitie van de Coalitie te verwezenlijken is een sector-brede aanpak nodig. Dat vraagt allereerst om sterke regie. Daarin is voorzien met Topigs Norsvin als trekker van spoor 4. Verder hebben POV en COV als dragende partijen van het KetenKwaliteitSysteem Holland Varken de positie om de aanpak te verankeren. Met het KKS hebben zij ook een instrument om in meer of mindere mate sturing uit te oefenen of zelfs te reguleren ter ondersteuning van de doelstelling. Om draagvlak bij varkenshouders te creëren, zal het ook nodig zijn draagvlak te verwerven bij hun leveranciers en dienstverleners, met name bij dierenartsen en voerleveranciers, maar ook partijen als vaccinproducenten en handelaren / transporteurs.

Het echte werk moet op de bedrijven plaatsvinden. Het draagvlak dat daarvoor nodig is vraagt een technische aanpak van PRRS die in potentie effectief is en aansluit bij de variatie aan bedrijfsomstandigheden die er in de praktijk is. Daarbij zijn kennis en tools nodig die ondersteunend zijn aan de inspanning in de stal. Tools geven inzicht in de situatie op het bedrijf en in de aangrijpingspunten om die te verbeteren. Tools moeten ook aansluiten bij de uniforme stoplicht-systematiek zoals die binnen het Programma Vitale Varkenshouderij wordt voorzien, en zoals die momenteel ook al gebruikt worden ter ondersteuning van het antibioticumgebruik. Een belangrijke succesfactor in het terugdringen van het gebruik van antibiotica was het vastleggen en inzichtelijk maken van het antibioticumgebruik voor elk bedrijf op een uniforme manier. Door de SDA (Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit) werden streefwaarden en actiewaarden opgesteld, die zichtbaar werden gemaakt middels een stoplichtsysteem. Daardoor kon benchmarking plaatsvinden wat heeft geleid tot bewustwording en actiebereidheid. Het succes van  voorloper bedrijven heeft motiverend gewerkt voor sectorbrede uitrol van de aanpak.  Betrokkenheid van partijen in de hele breedte van de sector (veehouders, dierenartsen en adviseurs) bleek belangrijk te zijn voor ontwikkeling van draagvlak en motivatie voor  de antibioticum reductie.

Varkenshouders worstelen al decennia lang met het beheersbaar maken van PRRS en de mindset ‘het lukt toch niet, het is te kostbaar’ moet dan ook gekanteld worden naar ‘het kan, ik wil het en op langere termijn heb ik er profijt van’. Naast economisch perspectief op lange termijn (minder ziektelast, meer werkplezier) zou de haalbaarheid moeten worden onderzocht om financiële prikkels in te bouwen in KKS Holland Varken, zodat een direct economisch effect wordt ervaren.

Dit plan van aanpak heeft de bedoeling invulling te geven aan bovenstaande elementen, om zo dit deel van de ambitie van de Coalitie Vitale Varkenshouderij waar te maken.